Leestijd: 7,5 minuten
Biografie
Mathilda Elisa Hubertina Konings kwam op 10 maart 1961 ter wereld in Maastricht. Deze muziekvirtuoos en zelfbenoemde clown speelt al sinds 1989 bij André Rieu’s Johann Strauss Orkest, eerst de klarinet en later ook saxofoon en doedelzak. Ze is inmiddels wereldberoemd, rijgt als muzikant de successen aaneen en trekt al vele jaren de wereld rond.
In 2001 kreeg ze borstkanker waarvan ze – volgens eigen zeggen – deels dankzij haar geliefde muziek helemaal is genezen. Pascale Bruinen gaat het gesprek met haar aan over de bijzondere manier waarop zij met deze diagnose is omgegaan, hoe haar leven er voorgoed door is veranderd en het belang van positieve overtuigingen.
‘Mijn insteek was: als ik het heb kunnen veroorzaken, kan ik het ook oplossen. Deze mindset is heel belangrijk geweest voor mijn deel van het genezingsproces’
Foto: Frank Steijns.
In 2001 kreeg jij op 40-jarige leeftijd de diagnose borstkanker. Het bleek een hormoongevoelige vorm van borstkanker waaraan destijds een op de drie vrouwen overleed. Wat was je eerste reactie toen je deze diagnose kreeg?
Mijn eerste reactie was: wat gaan we eraan doen?
Waaraan heb je in deze eerste heftige fase het meest steun gehad?
Muziek maken!
Tot aan je operatie wist je niet of het gezwel goedaardig of kwaadaardig zou zijn. Uiteindelijk is de vier centimeter grote tumor in juni 2001 operatief verwijderd. Hoe heb jij je op deze operatie voorbereid?
Ik had vier weken de tijd om me daarop voor te bereiden. Ik wilde een topconditie hebben, zowel voor de operatie zelf als voor het traject dat er waarschijnlijk achteraan zou komen. Want hoewel ik het nog niet zeker wist, voelde ik wel al aan dat het niet goed was. Ik wilde bovendien blijven doorwerken en alles blijven doen wat ik leuk vond. Dus ik ben nog gezonder gaan leven, zowel qua eten, drinken als sporten. Zo ging ik dagelijks hardlopen.
Had je in de aanloop naar je operatie last van stress?
Natuurlijk was ik geregeld gestrest maar tegelijkertijd wilde ik dat het zo snel mogelijk achter de rug zou zijn. Dan zou ik immers weten wat er aan de hand was en wat ik daar zelf aan zou kunnen doen. Ik stond dus meteen in de actiestand.
Hoe ben je met die stress omgegaan?
Ik ben opnieuw het boek van Louise Hay (Je kunt je leven helen, redactie) gaan lezen en dacht: wat zij kan, kan ik ook. Ook heb ik toen het boek van Lance Armstrong gelezen. Toen dacht ik: als hij de Tour de France kan winnen na hetgeen hij heeft meegemaakt (Lance Armstrong overleefde uitgezaaide teelbalkanker, redactie) moet ik dit toch ook aankunnen.
Door het lezen van deze boeken raakte je destijds dus steeds meer ervan overtuigd dat het je ook zou gaan lukken. Hoe kwam dat?
Deze boeken gaven me een positief gevoel. Ik dacht: dit moet mij ook lukken, klaar. Ik ging ervan uit dat ik dit zou overwinnen. Daarbij zou de helft op het conto komen van de artsen en hun medische kennis en de andere helft op mijn eigen conto.
Waaruit bestond jouw helft als aandeel in je genezing?
Enerzijds bestond dat uit een gezonde leefstijl. Zo ben ik onder andere meer vegetarisch gaan eten. Anderzijds bestond dat uit het beantwoorden van de vraag: waarom is dit gebeurd? Want het heeft een oorzaak. Die oorzaak ligt bij mij. Mijn insteek was: als ik het heb kunnen veroorzaken, kan ik het ook oplossen. Deze mindset is heel belangrijk geweest voor mijn deel van het genezingsproces.
Na jouw operatie bleek je uitzaaiingen naar de lymfeklieren te hebben, reden waarom jouw arts adviseerde om al je lymfeklieren operatief te verwijderen (compleet okseltoilet, redactie). Jij besloot destijds echter om dit niet te doen. Wat waren daarbij jouw overwegingen?
Bij dit vooruitzicht sloeg me de schrik om het hart. Mijn tante, die aan dezelfde aandoening was overleden, had na haar okseltoilet namelijk voortdurend last gehouden van een dikke, met vocht gevulde, arm waarvoor zij een steunkous moest dragen. Bovendien zou ik dan vanwege het risico op lymfe-oedeem (vochtophoping, redactie) niet meer zo vaak mogen vliegen. Maar het ergste was dat ik met vochtophopingen in mijn arm, hand en vingers niet langer klarinet zou kunnen spelen. Ik dacht meteen: dat gaat niet gebeuren! Ook al zei een van mijn dokters dat ik dan nog maar twee jaar te leven had. Als ik me wel liet opereren kon ik immers geen muziek meer maken en dan zou ik ook doodgaan, maar dan van ellende. Dan liever op mijn eigen manier. Ik wilde koste wat het kost bewijzen dat hij ongelijk had.
Zo werd jij destijds de vierde persoon ter wereld die geen okseltoilet kreeg maar een behandeling bestaande uit zes chemokuren, 38 bestralingen en vijf jaar hormoontherapie met tamoxifen die je allemaal tegelijkertijd moest ondergaan. Dat lijkt me uiterst heftig.
Dat was het ook. Maar tegelijkertijd was ik zéér opgelucht. Dus ik dacht toen vooral: Dat boeit me niet. Als ik maar niet dat okseltoilet hoef! Van meet af aan had ik de overtuiging: ‘Ik kan het zelf en dat ga ik doen ook.’ Ik wist ook meteen dat ik hier doorheen zou komen want het was nog lang niet mijn tijd. Op vierjarige leeftijd was ik namelijk enorm onder de indruk van mijn 96-jarige overgrootmoeder. Op een vraag wat ik later wilde worden, antwoordde ik destijds al resoluut: ‘Ik ga muziek studeren, ik word beroemd en ik word 96 jaar!’ Die positieve overtuiging zat dus diep in mij.
Hoe heb je jezelf gemotiveerd om vijf jaar lang dagelijks die hormonen te slikken?
Om het slikken van mijn dagelijkse portie tamoxifen draaglijker te maken, zei ik vijf jaar lang bij elke tablet tegen mezelf: ‘De beer is bang. Ik ben niet bang’. Dat is een Bulgaars gezegde van de opa van mijn beste vriendin. Ook herhaalde ik telkens: ‘Ze krijgen me er niet onder. Ik word 96.’ Vanbinnen gaf me dat het vertrouwen dat ik zou genezen. Daar geloofde ik heilig in.
Op een gegeven moment moest je aan de chemokuren en bestralingen beginnen. Gedurende deze intensieve behandelingen bleef je hardlopen en zoveel mogelijk doorwerken. Daarbij plande je, tot vermaak van je oncoloog, zelfs resoluut verre reizen tussen jouw chemokuren door. Dat klinkt als eigen regie?
Ja, ik weigerde categorisch om mezelf als slachtoffer te beschouwen. Ik was ook wars van alle vormen van betutteling en ik behield gelukkig ook mijn gevoel voor humor. Ik ben er daarom gewoon ingestapt. Ik ben ernaar toe gegaan met het idee: ‘Kom maar op met dat spul!’ Ik wilde er zo snel mogelijk mee beginnen want ik wilde per se met het orkest mee naar Japan. Concerten geven was namelijk pure therapie voor mij. Dat sleepte mij erdoorheen. Het zien van het plezier van het publiek was beter dan welk doktersrecept dan ook want dat maakte me superblij vanbinnen en gaf me een enorme energieboost. Een mooier gevoel kun je toch niet bedenken?
In dat kader heb je ooit gezegd: ‘Muziek is mijn zuurstof en heeft mijn leven gered.’ Kun je dat toelichten?
Ik kan niet zonder muziek. Al van kleins af aan was ik altijd met muziek bezig. Als je mij mijn muziek afpakt, pak je mijn leven af. Het ergste dat mij kan gebeuren is dat ik doof zou worden. Tijdens mijn borstkankerperiode heeft muziek me erdoor heen gesleept. Ik heb toen ook alle medewerking gekregen van mijn baas (André Rieu, redactie). Voor hem is niets zo belangrijk als het welzijn van zijn muzikanten, dat heeft hij een aantal jaar geleden weer bewezen (na de tragische dood van trombonist Ruud Merx in december 2016, redactie).
Nadat je een aantal bestralingen had gehad waarschuwde jouw radioloog je dat je waarschijnlijk grote brandblaren zou krijgen. Hoe ben je hiermee omgegaan?
Ik wilde hier niet in mee. Daarom herhaalde ik tijdens mijn bestralingen steeds het zinnetje: ‘Dit doet me alleen maar goed’. Uiteindelijk heb ik alleen een heel klein brandblaartje in mijn nek gehad. Dat was toen mijn derde chemo en voorlaatste bestraling op dezelfde dag plaatsvonden. Gek genoeg heeft geen enkele arts me ooit gevraagd wat ik heb gedaan om dat goede resultaat te bereiken. Ook mijn chemokuren probeerde ik zo positief mogelijk te benaderen door flauwekul te maken met de verplegers.
Anno 2022 ben je een kerngezonde 61-jarige en gaat het prima met je. Hoe heeft borstkanker je leven veranderd?
Ik heb heel veel van mijn ziekteproces geleerd. Het heeft mijn leven veel gemakkelijker gemaakt omdat ik meer relativeer. Zo had ik voordat ik ziek werd al veel waarschuwingen gehad waarnaar ik niet had geluisterd. In plaats daarvan ging ik als rasechte workaholic gewoon door met als gevolg dat ik altijd overal pijn had, snel blessures kreeg en elk jaar een voorhoofdsholte-, kaak- of longontsteking opliep. Doordat ik nooit nee zei had ik continu zoveel stress dat ik niet eens meer merkte dat ik gestrest was en geen weerstand had. Daarom heb ik meteen na mijn diagnose al mijn nevenactiviteiten opgegeven. Ook heb ik moeten leren om mijn grenzen aan te geven en tijdig hulp te vragen. Want de boodschap was duidelijk: Als je nu niet luistert, ga je dood. Ben je braaf, dan mag je verder. Inmiddels stop ik op tijd, ga ik lekker wandelen of puzzelen voor de broodnodige ontspanning en luister ik goed naar wat ik diep in mijn hart wil en spreek ik dat ook uit. Daarnaast heeft mijn ziekte ervoor gezorgd dat muziek nóg belangrijker voor mij is geworden. Ik realiseerde me voor mijn ziekte niet wat wij als orkest teweegbrachten. Erna is dit besef veel beter doorgedrongen en ben ik ook veel meer gaan nadenken over mijn leven. Er zijn sindsdien dus veel dingen in mijn leven veranderd. Ik geniet veel meer van alles, vooral van de kleine dingen. En ik maak me niet meer druk over onbenullige zaken. Ik blijf positief en lach zoveel mogelijk. Daar ben ik heel dankbaar voor.
Dus deze vreselijke ziekte heeft je ook goede dingen gebracht?
Ja, in zekere zin was het zelfs het beste dat me had kunnen overkomen. Toen ik na twee jaar klaar was met mijn behandeling heb ik het boek van Carl en Stephanie Simonton (Op weg naar herstel, redactie) gelezen om verder te kunnen genezen. Dat boek heeft me ook nieuwe bruikbare inzichten gebracht.
Eigenlijk ook heel mooi dat het kennelijk zo werkt?
Ja. Er is iets hogers dat dan met de beste bedoelingen ingrijpt. Maar dan moet je wel luisteren (lacht).
Je bent een wereldberoemde muzikante. Toch ben je altijd erg openhartig geweest over je kankerdiagnose en behandelingstraject. Waarom heb je hiervoor gekozen?
Dat was een bewuste keuze. Ik dacht: al is er maar één persoon die dit leest en er iets aan heeft, dan is het voor mij al genoeg. Maar het is niet gemakkelijk om dat te doen. De eerste keer dat ik dit openbaar heb gemaakt, was tijdens het José Carreras-gala dat op tv werd uitgezonden. José Carreras (Spaanse tenor en operazanger, redactie) had zelf keelkanker gehad en hij organiseerde toen een benefietgala om geld op te halen voor kankerbestrijding. In die tijd was ik kaal vanwege de chemokuren. Tijdens deze show heb ik op een gegeven moment voor een miljoenenpubliek mijn pruik afgezet. André (André Rieu, redactie) had mijn hand vast en wij stonden op dat moment allebei te trillen op onze benen van de spanning. Maar de reacties waren overweldigend. De website van het André Rieu Straussorkest lag er op een gegeven moment zelfs uit (lacht).
Wat is jouw advies voor mensen die een kankerdiagnose krijgen?
Dat is heel moeilijk want dat ligt ook aan iemands karakter. Wat ik in ieder geval al die tijd heb gedaan, is dat ik er steeds positief in ben blijven staan, wat er ook op me af kwam. Ik ging er alleen maar vanuit dat ik er beter van zou worden. Die overtuiging en positiviteit heb ik altijd bij me gedragen, maar dat is niet iedereen gegeven.
Wat heeft allemaal bijgedragen aan het krijgen van die positieve overtuiging?
Het feit dat ik absoluut voelde dat het mijn tijd nog lang niet was. Dat ik nog heel wat jaren tegoed had want ik heb altijd gezegd dat ik 96 word. En het feit dat ik voor mijn muziek leef. Ik moest wel een positieve overtuiging hebben want anders zou ik geen muziek meer kunnen maken en mensen geen plezier meer kunnen doen met mijn muziekspel, flauwekul en gekke bekken. Er is niets zo leuk als mensen door jouw muziek aan het lachen maken of tot tranen van ontroering te brengen. Ik moest dit dus wel nog jaren blijven doen.
Wat betekent de term zelfherstel voor jou?
Zelfherstel houdt voor mij in dat als er iets is, ik op zoek ga naar wat de oorzaak is en wat ik er zelf aan kan doen om beter te worden. Dat houdt overigens niet in dat ik niet óók de hulp van de medische wetenschap gebruik. Maar ik hou ervan om daarnaast altijd ook zelf de regie te hebben. Je kunt zelf heel veel doen aan preventie.
Waar gaat het volgens jou echt om in het leven?
(Denkt even na). Wij zijn hier om de liefde te leren herkennen. Dat bedoel ik in ruime zin, liefde voor alles om je heen.
Zou jouw antwoord op deze vraag anders zijn geweest als ik je dit vóór jouw ziekte had gevraagd?
Ja. Ik dacht toen meer egoïstisch. Ik was toen vooral bezig met wat ik graag wilde hebben. Nu probeer ik veel meer rekening te houden met anderen en mensen die me kwetsen beter te begrijpen. Ik voel nu meer verbondenheid, vooral tijdens concerten. Al die mensen zijn dan samen met één doel, namelijk om van muziek te genieten en dat verbindt.
Welke wijze raad zou je ten slotte willen geven aan lezers van dit interview?
Ik raad iedereen aan om dat te gaan doen wat je zelf leuk vindt. Want als je iets moet doen waar je zelf niet achter staat, word je doodongelukkig. Dat is zo zonde, want je verliest zoveel gelukkige tijd. We zijn hier met zijn allen om van het geluk te genieten. Dus doe dat zoveel mogelijk!
Heb jij een kankerdiagnose gekregen en wil jij net als Manoe zoveel mogelijk vertrouwen krijgen in jouw behandeling en de best mogelijke uitkomst, overweeg dan eens een Mind Boost Sessie of het coachingstraject Optimaal Integraal! Zelfherstelactivatie bij operatie, chemotherapie en bestraling.
Of lees net als Manoe het boek van Pascale Bruinen, ‘Zelfherstel van binnenuit’. Dit is wat Manoe van het boek vond:
‘Bij het zien van het boek werd ik vrolijk van de kleurrijke kaft! Het is een boek vol wetenschappelijk ondersteunde informatie over de invloed van de geest op het lichaam waar zelfs de scepticus niet omheen kan! Pascale schrijft op een voor ieder begrijpelijke manier en de layout van het boek, het gebruik van kleur, lettertype en kaders maakt het geheel overzichtelijk en gemakkelijk om soms door wat moeilijkere materie heen te komen.
Maar het is ook een fijn werkboek voor mensen die aan zichzelf willen werken om het leven in positieve zin te veranderen door middel van van technieken die beschikbaar zijn voor iedereen. Daarnaast geeft Pascale duidelijke uitleg over hoe deze technieken toe te passen. Het boek staat vol tips, oefeningen en voorbeelden om bepaalde dingen aan te pakken. Een echte aanrader! ‘
Lees Interacties