Elke dag kun je talloze momenten hebben waarop je je ergens over kunt ergeren. Soms is het een column of krantenkop, iemand die voordringt aan de kassa of een anonieme schreeuwer op twitter. Een andere keer is het misschien wel je baas die onredelijk is, je partner die een slechte bui heeft of je kind dat je liefst (even) achter het behang wilt plakken. Al die kleine en grotere ergernissen zorgen voor evenzovele stressreacties, hetgeen ongezond is.
Ook zijn er vast wel mensen die jouw stressknop altijd feilloos weten te bedienen, soms al jarenlang. En al neem je je voor om er de volgende keer echt niet in te trappen, meestal gebeurt bij zo’n nieuwe confrontatie toch wat je vreesde: de ander maakt zijn standaard rotopmerking (stimulus) en voor je het weet zit je wéér op de maar al te bekende kast (geautomatiseerde respons). Dit komt doordat je brein dankzij de kracht van de herhaling inmiddels stevige neurale verbindingen (verbindingen tussen zenuwcellen in de hersenen) heeft aangelegd tussen de trigger enerzijds en jouw reactie anderzijds.
Gelukkig is het met ongewenste neurale verbindingen net als met spieren: use them or lose them. Door bewust anders te gaan reageren dan je gewend was, worden de oude verbindingen langzamerhand afgebroken en zul je op termijn minder snel geïrriteerd reageren.
Daarvoor is wel nodig dat je probeert om je minder te gaan ergeren. Een goed advies hiervoor kreeg ik ooit van een lieve vriendin, die het weer had van haar Duitse moeder: nicht ärgern, bloss wundern. Vrij vertaald: je moet je niet ergeren, maar enkel verwonderen.
Ik heb dit zelf inmiddels al vaker toegepast en ik moet zeggen dat het echt helpt: het werkt relativerend, het laat je soms ook de humor van een situatie inzien en het stimuleert je compassie voor de ander. Resultaat is dat je in plaats van een beschadigende stressreactie gezondheidsbevorderende positieve emoties ervaart, misschien zelfs wel met een lichte glimlach op je gezicht.
Wie wil dat nu niet?
Lees Interacties